IJzer in de aarde
IJzer is het meest voorkomende metaal. De kern van onze aarde bestaat naar alle waarschijnlijkheid vrijwel geheel uit ijzer. De aardkorst bestaat meer uit kwartsachtig en kalkachtig gesteente. Hierin is ijzer nog altijd voor 5% aanwezig. Maar als zuiver metaal ligt het toch niet voor het oprapen. Heel zelden als ijzermeteoriet, dus ijzer uit de kosmos.
IJzer komt dus vrijwel nooit in gedegen vorm, in zuivere metaalvorm voor, maar steeds als ijzererts. Het is nu eenmaal geen edelmetaal en verbindt zich makkelijk met bijvoorbeeld zuurstof. Soms bestaan hele bergen uit puur ijzererts, en het kan hele landstreken van honderden vierkante kilometers beslaan.
In gesteenten geeft ijzer allerlei rode, gele, maar ook groene tinten. IJzer geeft de gesteenten kleur. Soms is deze kleur vrij intens en word als kleurstof gebruik: gele en rode oker. In sommige streken zijn de akkers roodachtig gekleurd door ijzer. IJzer verbind zich makkelijk met zuurstof in een vochtig milieu: ijzer roest.
Met moeite veroverd
IJzererts bestaat uit verbindingen met zuurstof of zwavel, en om het daar uit te bevrijden kost zeer veel moeite en energie. Het smeltpunt van ijzer ligt bij 1650 °C, en dat is voor de mensheid heel lang onbereikbaar een hoge temperatuur geweest. In een houtskoolvuur (1100 – 1300 °C)kon men uit erts wel een sponsachtig ijzer krijgen. In klein Azië woonde 1500 jaar voor Christus een volk wat als eerste zo met ijzer kon omgaan: de Hethieten. Zij maakten ijzer van goede kwaliteit, door met eindeloos geduld dit sponsachtige ijzer te gloeien en te hameren. IJzer was veel kostbaarder dan goud, en de koning had dan ook geen troon van goed maar van ijzer. Voor andere volkeren in die tijd stond de ijzerbewerking nog in de kinderschoenen. Pas rond de jaartelling maakten de Romeinen op grotere schaal ijzer.
IJzer van goede kwaliteit is harder en scherper dan brons. Daarmee was ijzer hét metaal voor gereedschap en wapens. Met bijlen en ploegen konden bomen gekapt en akkers geploegd worden. Met zwaarden en speren oorlog gevoerd worden. IJzer maakte het de mens mogelijk de aarde te veroveren en de natuur naar zijn hand te zetten. Onze cultuur is gegrondvest op ijzer: machines en motoren bestaan alleen dankzij ijzer.
Staal
Zo makkelijk als staal tegenwoordig in een hoogoven gemaakt kan worden, zo moeilijk was dat vroeger in het houtskoolvuur. Als het lukte dit staal te maken en het tot een zwaard te smeden, dan kon zo’n zwaard tot een legende uitgroeien. Eén van de bijzonderheden van ijzer is dat het makkelijk koolstof in zich kan opnemen. Met koolstof wordt het ijzer pas echt hard. Met 0,5 – 2% koolstof ontstaat het keiharde staal. Een belangrijke behandeling hierbij is het snel afkoelen van het gloeiende metaal in water, het zg. afschrikken. Dit geeft extra hardheid. (koper wordt dan juist zachter). Met weinig koolstof is ijzer taai maar relatief zacht, met veel koolstof, bv 5%, krijg je gietijzer. Heel hard maar bros en breekbaar.
IJzerkwaliteiten
IJzer heeft kwaliteiten van hardheid, onverzettelijkheid, kracht zetten, ingrijpen, en ruimte veroveren. Met ijzer kun je steken, snijden, knippen, pletten. Er komt makkelijk agressiviteit om de hoek kijken. IJzer is het mannelijke element. Het teken van het mannelijke, laat de kracht naar buiten zien. Het is het teken van Mars, de rode planeet (die kleur komt ook van ijzer). Mars was de god van de oorlog. Het gaat bij ijzer om naar de buitenwereld gerichte wilskracht; ijzermensen (ijzervreters) zijn dóeners. Jongetjes laten vaak hun mannelijke ijzer-kant al vroeg zien. Ze zijn in hun omgeving op een actieve manier geïnteresseerd. Ze zitten overal aan, draaien aan alle knopjes, en maken de dingen zo nodig ook stuk. Zo leren ze de wereld van de dingen kennen. Als je iets stuk maakt leer je het goed kennen. De wetenschap is hier voor een groot deel op gebaseerd. Door een plant of dier dood te maken en er in te snijden, leer je veel.
IJzer kan ook genezen. De geneeskunde is voor een deel ijzergeoriënteerd. Martiale artsen bij uitstek zijn de de chirurgen: zij hanteren het mes. Ze praten niet veel, maar kijken kort en goed, beslissen snel en handelen direct als dat nodig is. Een oud spreekwoord zegt: “nescet martem, nescet artem”: wie mars niet kent (dwz het doelgericht ingrijpen), die kent de kunst niet (nl.de geneeskunst).
Natuurlijk is er ook nog een andere kant van de geneeskunde. Het mannelijke element kan niet zonder het vrouwelijke element. Luisteren en geduld hebben is vaak minstens zo belangrijk voor diagnose en therapie.
Leeftijdsfasen
Er zijn twee leeftijdsfasen waarin ijzer extra een rol speelt. In de eerste plaats is er de puberteit. Dat is de tijd waarin de jonge mens steeds meer op eigen benen komt te staan. Het is een proces van dieper in het lichaam komen. Daar is de kracht van ijzer nodig. IJzer brengt zwaarte, verbindt met de aarde. Stevig met de benen op de grond staan is een ijzerkwaliteit. Ook de stem verandert; bij een jongen komt de baard in de keel, de stem krijgt zwaarte. Met de stem kun je ook de wereld veroveren. Mensen met voldoende ijzer in hun stem” eisen de aandacht van de ander, nemen ruimte in. IJzer geeft gewicht aan wat gezegd wordt. Ook omdat mensen met ijzerkwaliteiten zich niet alleen duidelijk maar ook kort en bondig uiten.
Na de pubertijd is de jonge mens aarderijp geworden, staat stevig op de grond. En dan komt zijn personnlijkheid, zijn Ik tevoorschijn. IJzer is een wegbereider voor het Ik.
De tweede marsfase is van 42 -49 jaar. Daarin worden dingen uitgevochten die tot dan toe in het leven zijn blijven liggen. Er is strijd nodig om zaken –ook innerlijk- helder te krijgen en om tot vernieuwing te komen. Het komt niet zelden tot een crisis: de midlifecrisis. Er zijn met de pubertijd verwante belevenissen, de emoties kunnen hoog oplopen. Het gaat echter nu niet om op de aarde te komen, maar om tot de kern te komen en zo de basis te leggen het aardse leven geleidelijk aan weer los te kunnen laten.
Ademhaling
In een mens is ijzer in een speciaal eiwit, het hemoglobine, ingebed, dat zich in de rode bloedcellen bevindt. Dit hemoglobine maakt een verbinding met zuurstof, om het later in de weefsels weer af te geven. Zo verzorgt ijzer in de vorm van hemoglobine in het de ademhaling in het lichaam. Na de opname van zuurstof in de longen gaat het opgefriste bloed zijn weg door de kloppende bloedvaten, de slagaderen. Dat past geheel bij de kracht en de dynamiek van ijzer. Slagaderen hebben met ijzer verwantschap. De aderen, waarin het bloed stil en passief stroomt, passen meer bij koper.
De zuurstof die ijzer met het bloed het lichaam in brengt, zet in de weefsels en in het stofwisselingsgebied allerlei processen in gang. Het brengt leven in de brouwerij. Er ontstaat warmte. Bij bloedarmoede is er een tekort aan het rode ijzerhoudende haemoglobine, met andere woorden een ijzertekort. Dat geeft klachten van moeheid, zwakte, kouwelijkheid en initiatiefverlies. Dan wordt merkbaar wat ijzer normaliter doet.
Weerstand en immuniteit
Weerstand bieden is een typisch ijzergebaar. Weerstand tegen ziekte heeft daar ook mee te maken. Dan gaat het erom zich af te kunnen schermen tegen ongunstige invloeden. Zoals een harnas of een schild ook afschermt. IJzer met zijn dynamiek naar buiten toe, laat zo ie zo niet snel iets vreemds of ongewenst binnen komen. En het heeft de kwaliteit om de eigen warmte vast te houden. Waar warmte is, daar is een goede bloedsomloop en daarmee een goede immuniteit. Zo worden de grenzen goed bewaakt.
IJzer reinigt
IJzer heeft een reinigende werking. Waar teveel energie of substantie is, kan ijzer opruimen. Een beeld daarvoor is een tuin die in het voorjaar steeds meer vol groeit. Het groeit dicht en dit werkt verstikkend. Dan is de snoeischaar nodig. Dit ijzeren voorwerp snijdt alles weg wat teveel is. Daarna kun je weer ademhalen.
In het lichaam is de stofwisseling weleens overdadig bezig, er zijn bijvoorbeeld te veel eiwitten ontstaan. Dit leidt tot ontstekingen. IJzer reinigt deze overdaad, en werkt ontstekingswerend. Bij bronchitis is er ontsteking met teveel slijm in de luchtwegen. Deze slijmvorming in de longen is een uitdrukking van teveel stofwisseling. Dan werkt pyriet, een ijzer-zwavel verbinding, genezend. Zwavel staat voor eiwit en stofwisseling. In de verbinding van ijzer met zwavel ontstaan mooi gevormde goudkleurige kristallen: pyriet. Dat geeft het lichaam een voorbeeld hoe met behulp van ijzer het teveel aan zwavel en stofwisseling ingedamd kan worden. Teveel stofwisseling werkt dempend op het heldere bewustzijn. Na een maaltijd is de stofwisseling actiever en dat is merkbaar in een loomheid en minder helderheid. IJzer hersteld dit evenwicht, mede door de werking van de gal. De gal is met zijn vurige scherpe galvloeistof een ijzerorgaan.
In troebel natuurwater wordt ook vaak ijzeroplossing gegoten om het water op te helderen. Een ijzerplant is de brandnetel. Een stevige, ritmisch gebouwde plant, die je wel even laat weten dat hij er staat als je te dichtbij komt. De brandnetel reguleert het ijzer in de bodem. En als het ergens broeit van de overdaad aan organisch materiaal, zoals in een hoop tuinafval, dan staat er na een tijdje brandnetel: die helpt het evenwicht te herstellen. Brandnetelthee werkt “bloedzuiverend”.
IJzer als geneesmiddel
Bij bloedarmoede wordt van oudsher ijzer gegeven in de vorm van staalpillen. In een staalpil zit 0,2 gram ijzer. In de maag wordt het opgenomen doordat het ijzer hele kleine gaatjes in het maagslijmvlies brandt. Typisch ijzer! Het wacht niet rustig totdat het opgenomen wordt.Er zijn natuurlijke ijzerpreparaten zoals Ferrum pomatum, ijzer met appelzuur, die rustiger inwerken.IJzer met brandnetel verwerkt, Urticam ferro druppels, zijn ook een mogelijkheid. Deze preparaten brengen niet alleen ijzer in het lichaam, maar helpen ook goed met ijzer om te gaan. Zeker voor zwangere vrouwen zijn deze preparaten geschikter dan staalpillen: teveel ijzer past niet bij de ruimte die het kind moet krijgen om te groeien. (meer als beeld dan letterlijk op te vatten).Voor bronchitis is pyriet heel geschikt, bv. in de vorm van pyriet-zinnober tabletten. Ook Ferrum phosphoricum zoals in Kinfludo zit, is voor luchtweg infecties gunstig.
Voor migraine (teveel stofwisseling in het hoofd) is er Biodoron, waarin naast kwarts en zwavel, ijzer zit. Het schept evenwicht tussen hoofd, ademhalings- en buikgebied. Het is ook een goed weerstandsmiddel.Heeft een kind moeite om te aarden, dan is ijzer een hulp bv. in de vorm van ijzercarbonaat: sideriet.
Uit bovenstaande is op te maken dat bij kouwelijkheid, weerstandsvermindering en galproblemen ijzerpreparaten ook van toepassing zijn.
Een kosmisch medicijn
Meteorieten bestaan vaak uit gedegen ijzer. Aan het eind van de zomer zijn er op bepaalde nachten meteorieten zwermen te zien, die een lichtspoor langs de hemel trekken. Dit kosmische ijzer is een hulp om alles wat in de zomer uitbundig is gegroeid te bedwingen en te reinigen. Na een koortsende ziekte (daar komen veel eiwitten bij vrij) of na een operatie is dit kosmische ijzer een ideale hulp om weer goed in het lichaam te komen. Ook bepaalde angsten die uit het onbewuste stofwisselingsgebied omhoog komen zijn met dit ijzer te bedwingen.
IJzer hoeft niet altijd oorlog en expansiedrift te dienen. De mens heeft het ijzer tot nu toe vaak in die zin gebruikt. Als het goed gehanteerd wordt werkt het reinigend, verhelderend en genezend.
Vroeger hebben de ridders dat al laten zien. Ze gingen in hun ijzeren harnas te paard de wereld in, om de zwakkeren te beschermen en onrecht te bestrijden. IJzer kan ook ridderlijke idealen dienen.
Michael in zijn strijd met de draak is daar ook een voorbeeld van.
Huib de Ruiter